Cinsault

Ook bekend als een tafeldruif onder de naam Œillade, verscheen Cinsault (met of zonder L) in de 18e eeuw in het zuiden van de Rhône-vallei. Bekend om zijn rendement, werd hij tijdens de koloniale periode in Noord-Afrika gebruikt voordat hij gerepatrieerd werd om Carignan wijnen (te tanninerijk) of Grenache wijnen (te alcoholisch) te ondesteunen. Minder geliefd door wijnbouwers, is hij nog steeds aanwezig in de Languedoc-Roussillon, in de Provence en in Corsica. Geplant op arme grond en met een zeer gecontroleerde opbrengst, geeft het mooie rosés of lichtrode wijnen, met fruitige (kleine rode vruchten, pitvruchten) of florale (rozen) aroma's. In Zuid-Afrika, waar hij bekend stond als Hermitage, werd hij in 1925 gekruist met Pinot noir om de beroemde Pinotage te geven waarvan de wijnen het meest geëxporteerd worden. Cinsault staat ook bekend als Black Malvoisie in Californië of Blue Imperial in Australië. Wat hun oorsprong ook is, Cinsault-rosé- en rode wijnen kunnen genoten worden op een zomerterrasje met wat tapas of gevulde tomaten.